Tenniselleboog

 De tenniselleboog is de meest voorkomende blessure in de elleboog. Alhoewel het veel wordt genoemd in relatie tot tennis, kan de aandoening ook bij andere sporten optreden, zoals badminton, kanoën en bowlen.

Hoe ontstaat het?

Deze blessure kan ontstaan in iedere situatie waarbij de elleboog gebogen is en de hand iets vasthoudt, zoals bij bovengenoemde sporten het geval is maar ook bij bijv. het indraaien van schroeven.

De oorzaak van een tenniselleboog is een overbelasting van de spieren van de onderarm welke de hand omhoog bewegen (de z.g. strekkers van de pols), zoals bij een backhand.

De spieren zijn in dit geval niet sterk genoeg om de gevraagde kracht te leveren.

Hoe weet je of je een tenniselleboog hebt?

Als je probeert, met de rug van de hand naar boven gericht, een gewichtje van zo’n 2 kg op te tillen, zal dit bij een tenniselleboog pijn veroorzaken.

Er is drukpijn op de buitenzijde van de elleboog aanwezig; op de hele spiergroep maar vaak ook op een klein plekje. Deze pijn kan uitstralen naar de hele onderarm.

Het omhoog bewegen van de hand is pijnlijk alsook het strekken van de vingers. 

Hoe zorg je voor het beste herstel?

• Geef koeling aan de overbelaste spier in de acute fase.
• Neem volledige rust of speel minder intensief. Een tenniselleboog is immers een overbelastingsblessure die herstelt als je voldoende rust neemt.
• Voer regelmatig rekoefeningen uit.
• Vermijd het tillen, maar ook het werken met een dunne schrijfpijn, schroevendraaier, hamer etc.

Hoe voorkom je herhaling?

Indien de pijn verdwenen is:

• rustig beginnen met zachte slagen te spelen, bouw dit uit naar wat hardere slagen. Geleidelijk kun je dit uitbreiden naar alle slagen.
• versterk de betreffende spiergroep.

• draag een brace tijdens het spelen.